Pierson, Jan Lodewijk (1854-1944)

Jan Lodewijk Pierson sr.

 

Herengracht 237 - 239 (kantoor)

 

Herengracht 208 - 214 (Kantoor)

 

Oude Turfmarkt 125 - 127 (Allard Pierson museum) 

 

Jan Lodewijk Pierson was naast bankier ook schrijver, met verschillende literaire en historische werken op zijn naam. Hij was oprichter van het Archeologisch Museum van de Universiteit van Amsterdam, dat werd vernoemd naar zijn vader, Allard Pierson. 

Pierson Jan Lodewijk 1854 - 1944 k

Pierson Jan Lodewijk 1854 - 1944, geschilderd door Jan Veth(1864-1925)

Jan Lodewijk Pierson sr. (Leuven, 12 december 1854 - Baarn, 6 november 1944) was een Nederlandse bankier. Hij was lid van de familie Pierson en de zoon van Allard Pierson en Pauline Hermine Elizabeth Gildemeester. Zijn vader was eerst predikant en later professor Klassieke Archeologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Hij begint zijn studie, aan de H.B.S. Haarlem en het gymnasium Heidelberg, waar zijn vader dan hoogleraar theologie is. Hierna treed hij in dienst van de firma Köster & Co te Mannheim om het bankiersvak te leren. Na enkele jaren treed hij in dienst van de Twentsche Bank te Amsterdam. Op 20 mei 1880 treed hij in Utrecht in het huwelijk met Hemiëtte Wilhelmina Johanna van Goudoever (1859). Uit dit huwelijk zijn zeven kinderen geboren. In 1881 treed hij als deelgenoot toe bij de Amsterdamse firma Adolphe Boissevain & Co, dat dan gevestigd is op de Herengracht 237-239. Op 1 januari 1901 richt hij de firma Boissevain & Co. in New York op die in 1926 weer geliquideerd is. In 1915 besluit de firma om een nieuw gebouw neer te zetten aan de Herengracht 206 – 214. Maar kort daarna wordt de naam van die firma gewijzigd in Pierson & Co. Dit heeft ook te maken met de leningen voor Duitsland die de firma Boissevain & Co op de Amerikaanse kapitaalmarkt plaatst in de eerste jaren van de eerste wereldoorlog, als de Amerikanen nog niet deelnemen aan de oorlog. Daarom plaatsen de Engelsen de firma op de zwarte lijst. Door onder een nieuwe naam te beginnen, kan de bank toch weer verder.

 

 

Op 1 Mei 1921 treed Pierson terug als als werkend vennoot, maar blijft als commanditair vennoot bij de zaak betrokken. Hij gaat zich meer toeleggen op literaire en historische studies. Verschillende werken van zijn hand hebben sindsdien het licht gezien. In 1923 verschijnt zijn vertaling van Keyserlings werk "Reisetage buch eines Philosophen" en in 1925 een monografie over Sage, de Amerikaanse gezant in Londen bij bet uitbreken van de eerste wereldoorlog. In 1926 een monografie over van Horne, de bouwer en president van de Canadian Pacific spoorweg. Aan de aanleg van deze spoorwegen heeft hij en Adolphe Boissevain in het verleden veel bijgedragen door het het plaatsen van de spoorwegaandelen in Europa hiervoor. Deze betrokkenheid is enorm op prijs gesteld, getuige de naamgeving van het Pierson Station op het traject van de Canadese Pacific Railway. Hierna heeft hij nog meer literaire werken gepubliceerd.

En hij heeft een, niet uitgegeven, dagboek bijgehouden van 1901 tot 1943, dat nu in het Stadsarchief van Amsterdam ligt.

 

In 1932 richt Jan Lodewijk de Allard Pierson Stichting op die mede gezorgd heeft voor de collectie en daarmee ook de oprichting van het Allard Pierson Museum aan de Turfmarkt.

Hebt u aanvullingen of meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, of mee wilt helpen met het aanvullen van de site, kun u deze hieronder vermelden. Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren. Foto's kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.