< Raam 1e 3-4 Terug naar voorkant Rijksmuseum Raam 2e 1-2 >
Aangenomen wordt dat met Jan ten Doem bedoeld wordt:
Bouwmeester van de Dom en de Pandhof.
Aangenomen wordt dat met Allart du Hamel bedoeld wordt:
Hij was van 1478 tot 1494 actief in 's-Hertogenbosch, waar hij loodsmeester was van de huidige Sint-Janskathedraal. Ook was hij buitenlid van de Onze Lieve Vrouwebroederschap. Onder zijn leiding werd gebouwd aan de kapel van deze broederschap in de Sint-Jan, de tegenwoordige H. Sacramentskapel. Na die tijd verhuisde hij naar Leuven en daarna naar Antwerpen, waar hij omstreeks 1509 overleed.
Du Hamel was bevriend met de Bossche schilder Jheronimus Bosch. In 1504 zou Bosch zijn portret getekend hebben. Deze tekening bevond zich in de 19e eeuw in de verzameling van Baron van der Bogaerde van Terbruggen. Na de veiling van deze verzameling omstreeks 1900 ontbreekt echter ieder spoor. Maar de naam Du Hamel is vooral aan die van Bosch verbonden vanwege drie gravures met het huismerk van Du Hamel, die uitgevoerd zijn in een stijl die nauw aan die van Bosch verwant is: een Laatste Oordeel, een Olifant en een Heilige Christoffel. Van de eerste twee gravures zegt de Duitse kunsthistoricus Max Friedländer dat deze zo ‘Bosch-like’ zijn, ‘that we are entitled to assume a drawing by the master [Bosch] served as the model’. Over de derde gravure – de Heilige Christoffel – is hij minder positief. Volgens Friedländer is deze eerder door een overdrijvende imitator ontworpen, dan door Bosch zelf. De drie prenten bevatten overigens naast het huismerk van Du Hamel ook het opschrift ‘bossche’. Dit opschrift verwijst echter niet naar Jheronimus Bosch. Het was in de 15e eeuw ongebruikelijk om zowel de maker als de ontwerper op een gravure te vermelden en dus gaat men ervan uit dat het verwijst naar Du Hamels woonplaats, 's-Hertogenbosch.
(bron Wikipedia)
Het Keldermans bouwmeestersgeslacht was een Brabantse familie van architecten, glasschilders en beeldhouwers actief in de 15e en 16e eeuw, afkomstig uit Mechelen.
De eerste in de rij was Vlaams architect Jan II Keldermans, die samen met zijn kinderen en diens nakomelingen vooral roem verwierven met typisch Brabants Gotische stijl in zowel de bouwkunst als in de beeldhouwkunst. Zij waren niet enkel actief in het hertogdom Brabant, maar kregen ook geregeld opdrachten vanuit Holland en Zeeland. De meesten onder hen werden evenals hun grootvader stadsarchitect van Mechelen en de latere generatie schopte het zelfs tot hofarchitect bij keizer Karel V (ca. 1500-1530).
Het Keldermans geslacht werd bekend door het ontwerp en de bouw van de grote toren van de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen. Jan II komt het meest in aanmerking als de ontwerper, de architect en de belangrijkste bouwmeester[1]. Hij zou het begin van de werken echter zelf niet meer meemaken en de eerste steen werd bijgevolg gelegd onder toezicht van zijn zoon Andries. Andere telgen uit de Keldermansfamilie die achtereenvolgens de werken geleid hebben zijn Antoon I, Antoon II, Rombout II en Laurens II.
De oorspronkelijke familienaam van het geslacht was Van Mansdale (ook, Van Mansdaele). De naam Keldermans werd door Jan II bedacht en in gebruik genomen, omdat het huis van de familie bekendstond als 'Het Kelderken' en hij als 'Jan van Het Kelderken' naambekendheid begon te verwerven.
De verschillende leden:
Jan Van Mansdale, ook Jan I Keldermans (circa 1345-1425) Vlaams beeldhouwkunstenaar
Jan II Keldermans (circa 1375-1445) Vlaams architect
Andries I Keldermans (1400-1488) Vlaams architect
Rombout I Keldermans (1420-1489) Vlaams Glasschilder
Jan III Keldermans Vlaams architect en beeldhouwkunstenaar
Antoon I Keldermans (circa 1440-1512) Vlaams architect
Rombout II Keldermans (circa 1460-1531) Vlaams architect
Matthijs II Keldermans (fl. 1478–1495) Vlaams beeldhouwkunstenaar
Laurens I Keldermans (circa 1485) Vlaams beeldhouwkunstenaar
Antoon II Keldermans (circa 1515) Vlaams architect
Laurens II Keldermans (circa 1534) Vlaams architect
Marcelis Keldermans (circa 1500-1550) Vlaams architect
(bron Wikipedia)